^Terug Omhoog
Op deze site vindt u ook de geschiedenis van de vlasnijverheid in Koewacht, Heikant en St. Jansteen, zie hiervoor het hoofdstuk historie.
Het zaaien vindt plaats in de maanden maart en april.
Het vlas bloeit in juni.
Bij de oogst in juni/juli wordt de hele vlasplant uit de grond getrokken voor een maximale vezellengte.
Na de oogst zijn er twee mogelijke verwerkingsprocédés: het dauwrootsysteem en het warmwaterrootsysteem.
Bij het warmwaterrootsysteem zijn de stappen op het land: Plukken, drogen door stuiken/hokken en schelven. Op de vlasserij: repelen, roten, drogen en bleken, brakelen en zwingelen.
Bij het dauwrootsysteem zijn de stappen op het land: plukken, keren en/of ontzaden, roten en oprollen. Op de vlasserij vindt indien niet gebeurd in een zelfde bewerking het ontzaden en het zwingelen plaats.
Het repelen scheidt de zaadbollen van de stengels.
Bij het roten lost de kleefstof pectine op. Daardoor komt de vezel vrij van de centrale bast.
Het brakelen breekt de houtstengel in het vlas en
het zwingelen maakt de vezel definitief los
van de stengel.
Bij het hekelen kamt men de lange vezel "het vlaslint" dusdanig fijn tot de elementaire op de vlasplant gegroeide vezels, de grondstof voor de vlasspinnerij. De korte vezels die vrij komen bij het zwingelen en het hekelen noemt men klodden.
Het hekelen is de voorbereiding voor het spinnen.
Om het allerfijnste garens te spinnen wordt het lint nog even in lauw water uitgetrokken: het nat spinnen.
Voor het weven kan men het garen eventueel eerst bleken en verven.
Na het weven wordt er veredeld: bleken op stuk, verven, bedrukken, of een kreukwerende finish aanbrengen.
Tenslotte wordt het eindproduct aangemaakt: kleding, schoenen en tassen, tafel, keuken en bedlinnen, gordijnen en zetelbekleding, muurlinnen, schildersdoek enz.
Onverwacht en innovatief is het gebruik van vlas voor het maken van lichtgewicht meubilair. Meer informatie is te vinden op de site van Triple E Meubilair BV te Winsum, www.trie.nl.